Het Extern Verwijzingsregister (EVR)

De afdeling Speciale Zaken van de Vereende bepaalt de duur van een melding in het Extern Verwijzingsregister (EVR) op basis van een checklist. In 2016 is deze checklist aangepast zodat de uiteindelijk vastgestelde registratietermijn representatiever is ten opzichte van de gepleegde onrechtmatige daad.

Het Extern Verwijzingsregister (EVR)

Financiële instellingen mogen onder bepaalde voorwaarden persoonsgegevens registeren en onderling delen. Dat gebeurt via het Extern Verwijzingsregister (EVR) in de CIS-databank.

Bij het CIS aangesloten verzekeraars kunnen bij een verzekeringsaanvraag de CIS-databank raadplegen en krijgen dan een melding indien de gegevens van de bevraagde persoon in het EVR voorkomen. In het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI) is vastgelegd wanneer persoonsgegevens in het EVR mogen worden opgenomen. 

Wanneer wordt iemand in het EVR geregistreerd?

Voordat de gegevens in het EVR opgenomen mogen worden, moet er aan een aantal criteria worden voldaan. Zo moet er de (dubbele) proportionaliteitsafweging worden gemaakt. Dit houdt in dat de verzekeraar toetst of er een gerechtvaardigd belang is om de gegevens van een betrokkene in het EVR op te nemen. Daarin prevaleert een waarschuwing aan de verzekeraars boven de negatieve gevolgen die de betrokkene daaraan ondervindt. Daarnaast wordt gekeken naar de duur van de melding, die overigens maximaal 8 jaar is.

Bepaling termijn EVR registratie

Het Verbond van Verzekeraars publiceerde in december 2015 een artikel over het belang van de proportionaliteitsafweging inzake de duur van een EVR-melding.

Voor veel verzekeraars betekent dit wellicht een wijziging in beleid en extra handelingen in het proces van registratie. Voor de Vereende is er echter geen verschil; wij maken al sinds 2010 een dubbele proportionaliteitsafweging voorafgaand aan een EVR-registratie. Dat, en het feit dat ons fraudebeleid in 2015 door een externe advocaat positief is getoetst, zorgt ervoor dat ons beleid zeer zorgvuldig en conform wet- en regelgeving is.

Toch kwamen wij tot de conclusie dat ons beleid voor wat betreft de belangenafweging aangaande de duur van een EVR-melding nog beter kon.

Tijdens de herbeoordeling hiervan hebben wij de waarderingen, die tot een bepaalde termijn leiden, aangepast zodat de geregistreerde termijn representatief is voor de gepleegde onrechtmatige daad. In het verleden kwam een EVR-melding bijvoorbeeld 2 jaar hoger uit als de betrokkene niet op onze brieven reageerde. Nu wordt daar geen gewicht (in jaren extra registratie) meer aan gehangen. Dat doen wij omdat het niet reageren op onze brieven niet relevant is voor de beoordeling van de gepleegde onrechtmatige daad.

De termijn van de EVR-melding wordt door middel van een checklist bepaald en in ons registratieprogramma Facts! opgenomen. In de praktijk zien we daardoor dat de termijnen van EVR-meldingen bij de meest voorkomende zaken korter zijn en soms zelfs gehalveerd worden. Daarmee staat nu de duur van de EVR-melding in verhouding tot de gepleegde onrechtmatige daad.

Kennis delen

De Vereende wil graag de kennis en opgedane ervaringen delen met andere verzekeraars. Dat doen we sowieso in de reguliere overleggen, maar als u naar aanleiding van dit bericht meer wilt weten of uw eigen ervaringen wilt delen, neem dan contact op met de afdeling Speciale Zaken. U kunt ons bereiken op specialezaken@vereende.nl of via 070 – 3408 202.