Afdekking atoomrisico’s kan alleen door innige internationale samenwerking


11 november 2020 - De Nederlandse Pool voor Verzekering van Atoomrisico’s dekt al decennialang de risico’s van schade die door nucleaire toepassingen wordt veroorzaakt. In tegenstelling tot andere pools is er bij de atoompool sprake van sterke internationale samenwerking tussen verzekeraars en herverzekeraars, voor de vergoeding van schade bij kernongelukken.

De oprichting van de atoompool komt voort uit het Verdrag van Parijs uit 1960 over de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie. Dat verdrag moest enerzijds mogelijke slachtoffers maximaal beschermen en anderzijds een haalbare bovengrens voor de aansprakelijkheid van de exploitant vastleggen. Het resulteerde wereldwijd in de oprichting van poolverbanden waarin verzekeraars met elkaar het risico dragen. Ook in Nederland. De internationale afspraken (zoals vastgelegd in het Verdrag van Parijs) zijn verankerd in de Nederlandse Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Wako). Organisaties die zich in enige vorm met nucleaire energie bezighouden, moeten financiële zekerheid stellen voor schade die wordt veroorzaakt door de kerninstallatie.

Indirect verzekerd bij 300 maatschappijen

Voormalig poolmanager Hans van Dijl schetst de constructie in ons land: “Via aanvullende verdragen is uiteindelijk overeengekomen dat je het atoomrisico in Nederland voor € 1,2 miljard moet afdekken. Dat doen we als gevolmachtigde met een groep van 12 Nederlandse verzekeraars en vervolgens met aanvullende capaciteit van internationale atoompools. De kerncentrale in Borssele is dus indirect verzekerd bij een grote groep van maatschappijen wereldwijd.”

Krankzinnige bedragen

Het gaat om potentieel enorme schade: de kans op een atoomramp is klein, maar áls het gebeurt, zijn de gevolgen groot. Van Dijl noemt het “krankzinnige bedragen” die verzekerd moeten worden, in sommige landen veel hoger dan de Nederlandse WAKO met € 1,2 miljard. “Maar het cumulatierisico van nucleaire uitstoot is enorm en schadelijk. Er is - gelukkig - niet veel ervaring mee.” De kerncentrale in het Japanse Fukushima was bijvoorbeeld verzekerd in het internationale poolingsysteem. Toch werd er geen vergoeding uitgekeerd toen er in 2011 als gevolg van een tsunami problemen ontstonden met de elektriciteitsvoorziening. De koeling werkte niet, waardoor er een zogeheten ‘meltdown’ ontstond met explosies en vrijgekomen straling tot gevolg. “Aardbevingen en tsunami’s zijn uitgesloten. Pikant daarbij is dat ongeveer een jaar eerder die dekking wel was aangeboden aan de exploitant. Die vond op dat moment de premie echter onredelijk hoog”, weet Niek Bos, als voorganger van Van der Wouden jarenlang poolmanager. Bij de kernramp in Fukushima moesten 100.000 mensen worden geëvacueerd. De aansprakelijkheidsschade beliep € 82 miljard.

Nucleaire ongevallen waarvan de schade wel door de atoompools was gedekt, waren onder meer twee kernrampen als gevolg van een menselijke fout: die bij het Amerikaanse Harrisburg in 1979, met 11.000 evacuees en een aansprakelijkheidsschade van 71 miljoen dollar, en het ongeval bij de kerncentrale in het Japanse Tokaimuro in 1999. Daar bedroeg de WA-schade 126 miljoen dollar en werden er 161 mensen geëvacueerd.

“Ga maar na om wat voor schades we het hebben”, zegt Van Dijl. “Als de kerncentrale hier in Borssele klapt, kan het ook de helft van België raken als de wind verkeerd staat. Dat maakt dat wetgevers heel hoge verzekerde bedragen eisen.”

Expertise concentreren

De Nederlandse atoompool is pas in 1973 met de ingebruikname van de centrale in Borssele actief geworden. “We hebben toen gekozen voor een constructie zoals in het buitenland gebruikelijk was. Belangrijk was de expertise te concentreren, want zoals met alle pools gaat het om specialistische materie waar een individuele verzekeraar niet genoeg kennis voor in huis kan en wil hebben.” Om die reden is het beheer van de atoompool al sinds jaar en dag bij de Vereende ondergebracht.

Internationale samenwerking

Nederlandse verzekeraars hebben via de atoompool maar een klein aandeel in de € 1,2 miljard dekking. “Buitenlandse pools nemen elk een deel van het risico voor hun rekening”, zegt huidig poolmanager Hans van der Wouden. “Omgekeerd doen wij als Nederlandse pool hetzelfde in andere landen. Maar dat is geen verplichting. We bekijken ook per risico of we een deel van de dekking willen verlenen. Het is een kwestie van gunnen.” Door de vele overnames van de laatste jaren is het aantal pooldeelnemers in Nederland gedaald. “Het is ook maar de vraag of een verzekeraar het aandeel van de overgenomen partij voor zijn rekening wil voortzetten.” Net als bij de terreurpool NHT wordt er gewerkt aan een schadeportaal waar claims kunnen worden ingediend. “We zijn nu aan het droogzwemmen”, zegt Van der Wouden. “Het is nog niet helemaal af, maar als er schade is, kunnen claims worden ingediend.”

Elke vier jaar inspectie

Al is de Vereende het expertisecentrum op het gebied van atoomrisico’s, er zijn wel grenzen aan de kennis die er in huis is. Dat blijkt elke vier jaar, als de atoomrisico’s worden geïnspecteerd. “Dat doen we niet zelf, want wij zijn geen kerngeleerden. Daarvoor halen we inspecteurs uit Engeland. Op basis van hun bevindingen besluiten we dan weer of we wel of niet blijven verzekeren”, zegt Van der Wouden. 

De publieke opinie verandert

Nucleaire risico’s hebben met veel meer te maken dan alleen met kerncentrales. “In Petten worden medische isotopen ontwikkeld die onmisbaar zijn bij de behandeling van kanker. Petten is zelfs de grootste isotopenleverancier wereldwijd! Duizenden mensen hebben daar profijt van”, geeft Van der Wouden aan. Hij merkt dat het imago van atoomrisico’s de laatste jaren een positieve ontwikkeling doormaakt. “De publieke opinie over kernenergie is aan het veranderen door de klimaatafspraken. De voordelen voor het milieu worden steeds meer gezien, al zijn er specifieke risico’s aan verbonden. Daarom is het goed dat de Atoompool er is, al hopen we natuurlijk nooit tot uitkering over te hoeven gaan.”