De Vereende verzekert geëlektrificeerde autobus
Stichting Stad & Natuur Almere liet een klassieke Amerikaanse schoolbus ombouwen tot elektrisch voertuig. De Vereende zorgde voor een WA + Cascodekking. “Ook voor ons is dit een nieuw risico.”
Stichting Stad & Natuur Almere, opgericht in 2009, laat Almeerders de natuur in en rond de stad beleven. In opdracht van de gemeente betrekt zij jong en oud bij de blauwe en groene buitenruimte van de stad, met een uitgekiende programmering van recreatie, educatie en participatie.
Mobiel leslokaal
Behalve zes leslocaties heeft de stichting ook een Amerikaanse schoolbus uit 1987, type Mercedes Benz Trucks International. “Daar zijn we erg trots op. In de bus is allerlei lesmateriaal aanwezig, je waant je er midden in de natuur; aan de buitenkant is de bus bestickerd met dieren”, vertelt Saskia van Haga, finance manager van de stichting. “We zetten hem in als mobiel leslokaal, en als vervoermiddel naar de natuurlessen. Dat doen we voor zo’n 30.000 kinderen per jaar. Daarnaast staan we met de bus op publieksevenementen of bij zakelijke bijeenkomsten.”
Minpuntje
Maar de bus had een minpuntje: hij reed op diesel. Weliswaar biodiesel, maar toch. Van Haga: “Onze droom was om de bus te verduurzamen, hem om te bouwen tot een elektrisch voertuig. Dat sluit veel beter aan bij onze visie op natuur, milieu en duurzaamheid. Vorig jaar kregen we die kans.”
Complexe klus
Firma XYZ Dynamics, opgericht door oud-studenten van de T.U. Eindhoven en gespecialiseerd in het verduurzamen van wagenparken, klaarde deze complexe klus. Er was behoorlijk wat onderzoek en ontwikkeling nodig om de klassieke touringcar om te bouwen tot een hypermodern elektrisch aangedreven vervoermiddel. Zo moest er een speciaal systeem ingebouwd worden om de motor te kunnen koelen. Bovendien kreeg de bus zonnepanelen op het dak: hij gebruikt zelfopgewekte én opgeslagen energie. Ten slotte is het interieur aangepast. Er zijn nu 36 in plaats van 30 zitplaatsen.
Afwijkend risico
Nadat de bus opnieuw was aangemeld bij de RDW, was hij klaar om de weg op te gaan. Hij moest alleen nog verzekerd worden. Dat bleek een uitdaging.
“Reguliere verzekeraars zijn gewend motorrijtuigen geautomatiseerd aan te melden, via extranetten of portals. Wanneer je daarin een kenteken invoert, zoekt de software de gegevens erbij. Maar bij een afwijkende touringcar als deze gaat dat niet”, vertelt Johan Schilder. Hij is financieel adviseur van Molenaar & Zwarthoed Adviseurs BV. “Dat betekent dat een verzekeraar deze aanvraag persoonlijk zou moeten behandelen. Daarbij kwam nog dat dit risico te veel afwijkt van wat gebruikelijk is.
“Kortom, ik ben er niet in geslaagd een aanbieding van een reguliere verzekeraar te vinden. Zelfs verzekeraars die zich richten op duurzaamheid, en die hiervoor beleid en een aparte afdeling hebben, konden de bus niet accepteren.”
Gericht op het vinden van een oplossing
Vandaar dat Schilder bij de Vereende terechtkwam. “Hun acceptanten zijn meer gericht op het vinden van een oplossing en minder op een standaard beoordeling van het risico. Het aanvraagproces verliep vlot en soepel. We zijn zeer tevreden met de uitkomst.”
Belangrijke factor was natuurlijk het maatschappelijke aspect. Schilder: “Dit gaat om educatie over duurzaamheid en milieu. Juist met deze bus wordt de energietransitie perfect in beeld gebracht. Daarbij komt dat er subsidies zijn verstrekt voor het ombouwen, onder andere door de gemeente Almere. Dat kun je toch niet onverzekerd laten?”
Behoorlijke risico’s
Toch heeft ook Wesley Piepers, acceptant bij de Vereende, de casus goed moeten bestuderen voor hij een aanbod kon doen. “Ook voor ons is dit een nieuw risico. Deze bus is niet elektrisch af -fabriek, maar omgebouwd.
“Ik heb het vermoeden dat in dit motorrijtuig veel meer elektra zit dan bij een regulier elektrisch voertuig. Het hele dak bestaat uit zonnepanelen, dat zie je ook niet veel. Daarbij wordt gebruikgemaakt van zelfopgewekte energie. Al met al zijn het behoorlijke risico's. Maar of die risico’s nu groter zijn dan bij een elektrische bus affabriek, dat durf ik niet met zekerheid te zeggen.”
Positieve indruk gekregen
Piepers legt uit hoe hij te werk is gegaan: “We hebben allereerst gekeken naar het bedrijf dat de bus heeft omgebouwd. Staat dat goed aangeschreven? Hoe is de ombouw gerealiseerd? Zijn er technische specificaties? Vinden er keuringen plaats? En natuurlijk houden we rekening met richtlijnen en regelgeving.
Van die ombouw hebben we een positieve indruk gekregen. Daarom hebben we in de polis niet echt andere voorwaarden gehanteerd dan gebruikelijk. Wel hebben we als extra maatregel geëist dat er veiligheidsgordels worden ingebouwd. Voor de cascodekking was een taxatie vereist. En we hebben, om de premie zo laag mogelijk te houden, het kilometrage beperkt. Maar de klant had zelf al aangegeven dat ze maximaal 5.000 kilometer per jaar rijden, alleen in en om Almere.”
Eigen risico
Verder heeft Piepers een fors eigen risico vastgelegd. “Maar dat is ook weer om een gunstige premie te realiseren. We zochten natuurlijk naar een oplossing die voor de klant betaalbaar is. Uiteindelijk konden we een WA-polis + Cascodekking afgeven. Daarmee zijn niet alleen de aansprakelijkheid, maar ook bijna alle denkbare schades grotendeels verzekerd: schade aan het voertuig zelf, brand, diefstal, aanrijdingen en zelfs ruitschade.”
Maatwerkpolis
Kortom, dit is een maatwerkpolis geworden. De verzekering is eind september ingegaan. De bus ondergaat nu een aantal technische tests en gaat binnenkort weer rijden. Piepers: “Deze polis past heel goed bij onze maatschappelijke rol als vangnetverzekeraar. De stichting heeft wat mij betreft een mooi, duurzaam initiatief ontwikkeld. Ik ben blij dat wij dit zonder veel beperkingen hebben kunnen verzekeren.”