Luchtvaartpool kreeg op de valreep de grootste schade

Terreur gooide roet in het eten: opheffing luchtvaartpool na twintig jaar afgerond

17 november '21 - Na bijna negentig jaar is er een einde gekomen aan de Dutch Aviation Pool (DAP). De pool is opgeheven omdat er voor het verzekeren van luchtvaartrisico’s inmiddels genoeg internationale oplossingen beschikbaar zijn. Tot het beëindigen van de DAP was twintig jaar terug al besloten, maar een ongekend groot schadevoorval maakte dat de afhandeling langer duurde dan gebruikelijk.

De DAP werd in 1932 opgericht onder de naam Nederlandsche Luchtvaartpool (NLP) en telde vier deelnemers: de Noord- en Zuid-Hollandsche Lloyd, de Hollandsche Assurantiesociëteit van 1841, de Nederlandsche brand- en zee-assurantiemaatschappij van 1842 en de Maatschappij brandverzekering voor het Koninkrijk der Nederlanden. Zij stapten in de markt voor met luchtvaart samenhangende risico’s, die toen in Nederland nog onontgonnen was. De eerste polis die werd gesloten, was een persoonlijke ongevallenverzekering voor een van de directeuren van de Koninklijke Nederlands-Indische Luchtvaartmaatschappij uit Baarn.

Internationalisering

De NLP verzekerde ook (product)aansprakelijkheid en cascorisico’s; al snel behoorden ook KLM en Fokker tot de verzekerden. Het verzekeren van de commerciële luchtvaart werd in verband met de toenemende omvang en de daaraan gerelateerde groeiende risico’s door de jaren heen steeds meer een zaak voor de internationale coassurantiemarkt. Doorgaans was de NLP voor Nederlandse maatschappijen en Nederlandse risico’s de leidende verzekeraar, terwijl bij buitenlandse risico’s een volgende rol werd ingenomen.

Steeds meer verzekeraars zagen brood in luchtvaartrisico’s, wat zorgde voor sterke concurrentie. Dat uitte zich in overcapaciteit en (te) lage premies. Dat werd pijnlijk duidelijk in 1992, toen naast de Bijlmerramp nog meer zware ongelukken plaatsvonden. Het gevolg was dat sterke premiecorrecties plaatsvonden; sommige vliegmaatschappijen zagen hun premie verdubbelen. 

Zelf risicodrager

De ontwikkelingen in de markt zorgden ook voor een andere koers bij de NLP. Tot 1997 opereerde de NLP deels als verzekeraar in de eigen pool en deels als gevolmachtigde van de aandeelhouders die in de pool deelnamen. Maar dat werd als omslachtig ervaren. De keuze is toen gemaakt om zelf voor 100% risicodrager te worden, geholpen door een kapitaalstorting van de aandeelhoudende verzekeraars. Op dat moment raakte het poolsysteem in de internationale luchtvaart bovendien achterhaald. De NLP tekende in coassurantie op internationale luchtvaartrisico’s via het intermediair en boekte daarin jaarlijks een kleine 40 miljoen euro premie. 

Beperkte omvang

Tegen de eeuwwisseling werd de noodzaak van een eigen Nederlandse luchtvaartpool voor het verzekeren van schade veroorzaakt door of met vliegtuigen steeds kleiner, zegt Nico Barendse. Hij was van 2006 tot 2019 in zijn directiefunctie bij de Vereende betrokken bij het managen van de DAP. “De directe tekening was eind vorige eeuw nog met name gericht op de kleine luchtvaart. De grote commerciële risico’s konden beter terecht op de Londense markt. De pool had dus nog maar een beperkte omvang. Het ging om particuliere verzekerden, kleine bedrijfjes en de luchtballonvaart. De portefeuille is grotendeels overgedragen aan een buitenlandse verzekeraar, die ook de naam Nederlandse Luchtvaartpool heeft overgenomen.”

In 2000 is besloten de tekening van luchtvaartrisico’s te staken, waarbij contracten nog doorliepen tot en met 2001. Er bleef een NV achter die de afwikkeling verzorgde van schades. Die werd toen omgedoopt in DAP Holding.

Grote onzekerheid door 9/11

Een terreurdaad zette een streep door de geplande afwikkeling van de pool: op 11 september 2001 vlogen twee vliegtuigen rechtstreeks de torens van het WTC in New York binnen. Een derde toestel stortte neer bij het Pentagon in Washington en in Pennsylvania belandde tot slot nog een gekaapt vliegtuig in een veld. DAP was een van de retrocessionarissen, oftewel een van de herverzekeraars van de herverzekeraars achter de verzekeraars van de betrokken vliegtuigen. En dat zorgde plots voor grote onzekerheid. “De schadeafhandeling van ‘9/11’ was enorm complex en het was afwachten hoe groot die schade voor DAP uiteindelijk zou worden. Wij waren bruto voor 1% betrokken bij de schade en daarvan was weer een groot deel bij andere herverzekeraars ondergebracht”, geeft Barendse aan.

De Vereende nam de portefeuille over

Vlak na de ramp was al wel duidelijk dat de DAP enkele tientallen miljoenen zou moeten uitkeren. “Met een eigen vermogen van zo’n 20 miljoen euro was er sprake van een dreigend tekort”, zegt Harmen Ettema, die als opvolger van Barendse de afwikkeling van de pool de laatste tweeënhalf heeft begeleid. “De Nederlandsche Bank stelde vanwege de faillissementsdreiging in 2003 een stille curator aan. Het probleem was de onzekerheid over de uiteindelijke schadepost, want er moest met het ergste scenario rekening worden gehouden. Er was dus ook terughoudendheid met het betalen van bedragen aan verzekeraars.”

De oplossing was tweeledig. “Ten eerste is de nog actieve portefeuille van de DAP aan de Vereende overgedragen”, aldus Ettema. “Ten tweede is een afspraak gemaakt met schuldeisers om de verplichtingen voor de DAP te fixeren. Die afspraak bestond uit een Scheme of arrangements: dat is een regeling naar Engels recht waarbij de schulden aan de schuldeisers op een vast bedrag werden gesteld – met uitzondering van de 9/11-schade. Het belang van de schuldeisers werd gefixeerd op ruim 30 miljoen dollar. Als de afwikkeling daarnaast positief uitpakte, zou er voor de Nederlandse aandeelhouders nog geld over zijn en anders niet”, legt Ettema uit. 

Balans bleek na lang wachten positief

Die afspraken waren onder meer mogelijk doordat de Vereende de verplichtingen van de directe verzekeringsportefeuille overnam. Maar het bleef spannend of de DAP genoeg geld in kas had, want de afwikkeling van de 9/11-schades was zeer tijdrovend en ingewikkeld, waarbij DAP als retrocessionaris moest afwachten tot verzekeraars in overleg met de herverzekeraars de schade definitief hadden geregeld. Na bijna twintig jaar zijn nu de schades afgewikkeld en is DAP N.V. opgeheven. Het mooie is dat er uiteindelijk nog geld is overgebleven, zegt Ettema. “Met de 20 miljoen euro eigen vermogen en de ‘schemeschulden’ van 30 miljoen euro was er 50 miljoen achtergesteld kapitaal. Vanwege de onzekere schadedossiers van 9/11 werd dit kapitaal als extra zekerheid achtergehouden. De crediteuren zijn pas betaald toen bleek dat er geen kastekort was en de schades niet nog erger bleken te zijn. Op het einde bleek er nog 9,7 miljoen in de kas te zitten toen alle schulden waren voldaan. Dat resterende geld konden de aandeelhouders terugkrijgen. Die hebben dus nog wel zo’n 10 miljoen euro moeten inleveren. De Vereende is benoemd tot vereffenaar en bewaarder van de boeken en wikkelt de laatste resterende verplichtingen af.”

Resterend bedrag gaat naar een goed doel

Alle resterende crediteuren hebben dus hun deel van het Scheme of arrangements uitgekeerd gekregen. Dat gefixeerde bedrag van ruim 30 miljoen dollar kon vrijwel volledig worden uitgekeerd. “Van het voor de schuldeisers gereserveerde bedrag is nog 59.907,54 dollar overgebleven omdat crediteuren onvindbaar bleken of niet hebben gereageerd. Er hebben zich daarnaast geen onbekende crediteuren meer gemeld, zodat we juridisch tot het opheffen van de DAP konden overgaan”, meldt Ajit Khan. Hij heeft de afgelopen jaren alle resterende dossiers afgewikkeld. “Met de schuldeisers is destijds afgesproken dat dit resterende bedrag wordt overgemaakt naar het Wereld Natuur Fonds. Met deze slotbetaling is dan het Scheme of arrangements binnenkort definitief afgewikkeld.”

In de afgelopen twintig jaar heeft de Vereende dus ook bij de DAP een vangnetrol vervuld door mede mogelijk te maken dat de DAP op een efficiënte manier is afgewikkeld.