De zitting
Nadat de eiser een dagvaarding had uitgebracht is daarop gereageerd via een zogenaamde conclusie van antwoord. Daarna heeft de rechter bepaald dat er een zitting volgt. In de kern ging het geschil over een door een (verzekerde) verkoopmakelaar gemaakte fout in de berekening van de afkoopsom van een erfpacht. De kopers stelden hierdoor schade te hebben geleden en hadden de makelaar daarvoor eerder al aansprakelijk gesteld. Bij de rechter stond tussen partijen vast dat een rekenfout was gemaakt, maar werd wel getwist over de hoogte van de schade.
Eenmaal aangekomen in de zittingszaal stelden de rechter en de griffier zich aan de aanwezige partijen voor. Vervolgens begon de advocate van de wederpartij (de eisers) aan het mondeling toelichten van de standpunten van haar cliënten. De rechter onderbrak haar enkele keren met een vraag. De eisers zelf kregen zo nu en dan ook het woord om een vraag te beantwoorden of het een en ander toe te lichten.
Nadat de advocate aan de kant van de eisers haar spreeknotitie volledig had voorgedragen, was het de beurt aan de advocate namens de verzekerde (verkoop)makelaar. Ook hier viel op dat de rechter scherpe vragen stelde. Al met al kan worden gezegd dat de rechter de zaak zeer helder voor ogen had.
Nadat beide partijen in elk geval één keer de gelegenheid hadden gekregen om hun standpunt toe te lichten, kregen partijen nogmaals het woord om (over en weer) te reageren op elkaars standpunten. De makelaar deelde ten slotte nog mede dat hij de afkoopsom verkeerd had berekend en dat daarover wat hem betreft geen discussie bestond.
Beproeven van een schikking
Na afloop van de voordrachten deelde de rechter mede dat zij, de standpunten gehoord hebbende, beide partijen ‘een beetje’ gelijk kon geven. Zo was het enerzijds wel aan te nemen dat eisers door de fout van de makelaar wel enige schade hadden geleden, maar was het voor de rechter anderzijds niet duidelijk genoeg om de omvang van de (verdere) schade in de huidige stand van het geding te bepalen. Een bewijsopdracht of een verwijzing naar de schadestaatprocedure zou nodig zijn, maar beide opties zouden voor beide partijen vanwege oplopende proceskosten en een voortslepende rechtszaak met onzekere uitkomst (waarschijnlijk) ongunstig zijn. Om die reden werd geprobeerd partijen tot elkaar te brengen. Vervolgens werden de aanwezigen voor vijftien minuten naar de gang gestuurd om te onderhandelen over een schikking.
Naar de gang
Elk van de partijen namen een (ver uit elkaar gelegen) plaats in de gang in, zodat onderling overleg kon worden gevoerd. Na het onderlinge overleg kwamen de advocaten bij elkaar om de voorgestelde schikkingsbedragen te bespreken. Al snel bleek dat meer dan vijftien minuten nodig waren om ‘een schikking te beproeven’. Partijen maakten kenbaar er graag uit te willen komen, zodat het geschil kon worden afgewikkeld en de (rechts)zaak kon worden doorgehaald/stopgezet. Na de vijfde keer ‘op en neer’ te zijn gegaan, werd uiteindelijk overeenstemming bereikt over een schikkingsbedrag.
Na het bereiken van mondelinge overeenstemming namen partijen weer plaats in de zittingszaal. Een vaststellingsovereenkomst werd opgesteld, waaronder partijen uiteindelijk hun handtekening hebben gezet. Er werd nog even nagepraat en afscheid genomen van elkaar. De zaak was daarmee ten einde gekomen. Al met al was het (voor het eerst) bijwonen van een zitting in een civiele zaak een leerzame en leuke ervaring!