Is transport van radioactief afval een bijzonder risico of valt dat wel mee?


7 april 2021 - De Vereende is altijd bereid om over een oplossing na te denken als andere verzekeraars een risico niet aandurven. Een mooi voorbeeld daarvan is de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (Covra). Dat heeft als enige bedrijf in Nederland de taak om al het radioactief afval te verzamelen, verwerken en op te slaan. Covra zocht samen met makelaar VLC & Partners naar een WAM-verzekeraar voor de voertuigen waarmee het transport wordt verzorgd.

De voertuigen, twee vrachtwagens en twee bestelbussen, waren voorheen wel verzekerd, geeft Ewoud Verhoef, plaatsvervangend directeur van Covra, aan. “Maar de vorige verzekeraar had het contract opgezegd, dus we moesten in 2019 op zoek naar een andere partij.” Radioactiviteit kan potentieel veel schade aanrichten, dus hier is wel sprake van een bijzonder risico, zou je zeggen. “Toch valt dat wel mee”, zegt Verhoef. “Hoe gevaarlijk iets is, is afhankelijk van wat je met datgene doet. We slaan het afval op in Zeeland in speciaal daarvoor ontworpen gebouwen. De eerste associatie met radioactief afval is vaak de kerncentrale. Maar we halen jaarlijks bij zo’n 300 verschillende aanbieders afval op. Die komen bijvoorbeeld uit de industrie, de onderzoeksector en de medische zorg. Er zijn allerlei toepassingen met radioactieve stoffen; je moet een vergunning hebben om daarmee te kunnen werken.” 

Verpakking is essentieel

Het vervoer van radioactief afval gaat met vrij traditionele vrachtwagens en busjes. Er wordt gemiddeld twee keer per week een transport uitgevoerd door Covra. “Het belangrijkste voor het transport is de verpakking. Die moet de veiligheid waarborgen en daar besteden we veel aandacht aan. Hoe meer radioactiviteit, hoe sterker de verpakking moet zijn. Met hoogradioactief materiaal gebruiken we containers die zelfs tegen de stevigste schokken bestand zijn. Die zijn ook bestand tegen een val uit een helikopter.”

Bijzonder, maar goed risico

René Wentink was bij VLC & Partners als adviseur betrokken bij het verzekeren van de Covra-voertuigen. “Uit ons marktonderzoek kwam naar voren dat het kenmerk radioactief voor onze volmacht- en provinciale verzekeraars een teken is dat het om een afwijkend risico gaat. Dan zijn de omstandigheden waaronder het transport plaatsvindt niet meer van belang”, geeft hij aan. “Ook al gaat het hier om een risico met een zeer gunstig schadeverleden. Een beter risico kun je je gek genoeg eigenlijk niet wensen, ook al is het bijzonder. Het uitgangspunt van onze dienstverlening is het realiseren van de ‘best offer’ voor de klant en in deze situatie zagen wij de Vereende als meest geschikte risicodrager. Als de mogelijkheden in de provinciale markt zijn uitgeput, is voor het verzekeren van de meer bijzondere motorrijtuigenrisico’s de Vereende een uitstekende partner. Covra is al een bekende vanwege de bestaande verzekeringen bij de Atoompool, die wordt gemanaged door de Vereende.”

Alleen WA-dekking

“Als WA-motorrijtuigenverzekeraar zal de Vereende niet opdraaien voor schade die is veroorzaakt door het vrijkomen van radioactief materiaal”, legt Wentink uit. “De dekking omvat alleen de schade die andere voertuigen en mensen lijden door een aanrijding. “De Atoompool dekt de aansprakelijkheid voor schade door kernongevallen af. Wat dat betreft gaat het hier dus om een ‘gewoon’ motorrijtuigenrisico en een reguliere WAM-verzekering.” 

Ambachtelijk verzekeren

Eddy van Zweeden accepteerde het risico namens de Vereende. “In bijzondere situaties zoals deze kijken wij altijd wat we kunnen betekenen als andere verzekeraars het risico niet willen verzekeren. We kenden Covra al via de Atoompool. Dat maakte het makkelijker om een beeld te krijgen van wat er gebeurt.” De berekening van de premie is ‘ambachtelijk werk’, zegt Van Zweeden. “We analyseren bijvoorbeeld jaarlijks de motorrijtuigenportefeuille en schatten in of het risico groter of kleiner is dan gemiddeld in de portefeuille. De herverzekeraar kan daarnaast ook aangeven dat er een bepaald eigen risico en/of hogere premie gehanteerd moet worden, maar dat was hier niet het geval.”

De Vereende deed op grond van de berekening een aanbieding. “Dat is soms even slikken voor de verzekerden, want ze krijgen vaak een hoger tarief dan ze gewend zijn. Maar voor Covra hebben we een premie berekend die niet veel hoger was dan wat de vorige verzekeraar rekende.” 

Buiten de processen om denken

“Risico’s als het Covra-vervoer maken het werk leuk”, vindt Van Zweeden. “Dit valt ook voor de Vereende buiten de normale kaders. Je moet veel schakelen met de adviseur, de klant, de specialisten en de herverzekeraar. Op die manier zorg je er samen voor dat risico’s die elders niet afgedekt kunnen worden, toch verzekerbaar zijn. Veel verzekeraars maken de afweging om iets niet te verzekeren omdat het niet ‘door het systeem kan’. Wij maken juist een tegenovergestelde afweging en denken het liefst buiten het geautomatiseerde proces om.”