In de polisvoorwaarden van een willekeurige gebouwenverzekering kunt u de volgende tekst (of een tekst van gelijke strekking) tegenkomen: ‘Staat (een deel van) het gebouw leeg of is het buiten gebruik? En duurt deze situatie naar verwachting langer dan 2 maanden? Geeft u dit dan onmiddellijk aan ons door’.
Verzekeraars willen graag weten of het verzekerde gebouw nog steeds gebruikt wordt voor hetzelfde doel dat op de polis vermeld staat. ‘Leegstand’ of ‘niet in gebruik zijn’ van het pand of een gedeelte daarvan, wordt vaak als een verzwaring van het risico gezien. Dat is ook wel begrijpelijk, want wanneer een gebouw niet in gebruik is en/of leeg staat, dan is er minder toezicht. Als er dan iets gebeurt waardoor er schade ontstaat, is er niemand om dat te signaleren en wordt er dus geen actie ondernomen om de schade te beperken. Vandaar dat verzekeraars in de genoemde situaties vaak de dekking beperken, bijvoorbeeld tot Brand-Storm. Als de situatie (te) lang duurt, kan een verzekeraar zelfs besluiten om de polis op te zeggen.
Leegstand door lockdown?
Vanwege de huidige corona voorschriften zijn er veel bedrijven gesloten. Bijvoorbeeld de horeca heeft al sinds 14 oktober 2021 de deuren dicht. Winkels en kappers zijn ook al geruime tijd dicht. Maar moet dit dan ook nog worden doorgegeven aan de verzekeringsmaatschappij? Er mag toch verondersteld worden dat verzekeringsmaatschappijen ook bekend zijn met de actualiteiten. En bovendien: wanneer hebben we het eigenlijk over leegstand of ‘niet in gebruik zijn’? Als een café of restaurant tijdelijk gesloten is, dan is het gebouw niet leegstaand want alle inventaris staat er immers nog in. En als de inventaris en/of voorraden er nog staan, dan kunnen we ook niet stellen dat het gebouw ‘niet in gebruik’ is. Weliswaar is het etablissement niet open voor publiek, maar alle spullen zijn nog aanwezig en de eigenaar zal regelmatig langskomen om poolshoogte te nemen. Veel restaurants die dat nog niet deden, zijn nu ook maaltijden gaan bezorgen, dus vaak is er dagelijks nog personeel aan het werk om de maaltijden te bereiden. In veel gevallen zal de bepaling over leegstand of niet in gebruik zijn van het verzekerde pand daarom niet van toepassing zijn.
Toch naar de adviseur
Toch kan het voor ondernemers geen kwaad om in gesprek te gaan met de assurantieadviseur. Want de coronaregels hebben hun impact op de bedrijfsvoering. De assurantieadviseur kan de verschillende verzekeringen van zijn klanten toetsen aan de nieuwe situatie. Kloppen alle polissen nog wel? Heeft een bedrijf door de lockdown minder voorraad of juist meer? Dus is de verzekerde som op de inventaris-goederenverzekering nog wel voldoende of juist te hoog? Misschien zijn er wel bezorgfietsen of brommers aangeschaft en moeten deze nog verzekerd worden?
Een ander voorbeeld is de bedrijfsschadeverzekering. Als de verwachte omzet lager uitvalt, dan kan overwogen worden om de verzekerde som naar beneden aan te passen. Of de omzet kan juist gestegen zijn na de lockdown, waardoor een verhoging van de verzekerde som wellicht op zijn plaats is. Als bedrijfsactiviteiten gewijzigd zijn, dan kan dit gevolgen hebben voor de brandverzekering, maar ook voor de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB). Bijvoorbeeld het restaurant dat voorheen geen maaltijden bezorgde en nu wel.
En helaas zijn er ook bedrijven die, ondanks steun van de overheid, toch definitief de deuren hebben moeten sluiten. En staan er daardoor gebouwen ‘echt’ leeg. Deze situatie kan zoals eerder gemeld leiden tot een opzegging van de polis door de huidige verzekeraar. Voor die gevallen kan de Vereende wellicht een uitkomst bieden met de verzekering voor leegstaande gebouwen. We hopen voor de ondernemers dat dit niet nodig zal zijn.
Hoe dan ook, voor elke ondernemer is het in deze tijd raadzaam om met behulp van een assurantieadviseur nog eens goed na te gaan of het verzekeringspakket nog passend is bij de huidige situatie.
Auteur
Ruud Bolleboom, Senior Specialist Verzekeringstechniek