Aansprakelijkheid bij hartstilstand achter het stuur


17 april '24 - In de media wordt nog wel eens bericht over situaties waarbij de bestuurder van een motorrijtuig onwel is geworden, waardoor een ongeval heeft plaatsgevonden. Vaak gaat het om een eenzijdig ongeval, maar helaas komt het ook voor dat iemand anders daardoor schade oploopt. In dat geval is het de vraag of diegene die plotseling onwel wordt en daardoor de macht over het motorrijtuig verliest, met een botsing als gevolg, aansprakelijk is voor schade van een andere verkeersdeelnemer.

Uitslag feit of fabel / De automobilist die achter het stuur een hartstilstand krijgt, waardoor iemand anders schade lijdt, is aansprakelijk voor de schade van die ander

 

In eerste instantie zou men kunnen denken van niet. Het overkomt iemand, zonder dat er een schuldige partij kan worden aangewezen. Bij andere verkeersongevallen wordt namelijk veelal gekeken naar welke van de betrokken verkeersdeelnemers zich niet aan de geldende verkeersregels heeft gehouden. Denk bijvoorbeeld aan het niet verlenen van voorrang, een te hoge snelheid of andere verwijtbare gedragingen. Die bestuurder wordt dan op die grond aansprakelijk gehouden voor de schade van de ander. Dat is gebaseerd op artikel 162 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (onrechtmatige daad).

Aansprakelijkheid

Wat als iemand achter het stuur onverwacht het bewustzijn verliest, bijvoorbeeld door een hartstilstand, en daardoor op de andere weghelft terechtkomt, waarna een aanrijding met een andere auto volgt? Dan wordt de bestuurder toch aansprakelijk gehouden voor de schade van de andere verkeersdeelnemer. De hartstilstand en met name het verlies van het bewustzijn kan gezien worden als een lichamelijk gebrek. De vraag is dan of het hebben van een dergelijk gebrek reden is om de betrokken bestuurder niet aansprakelijk te houden voor de schade. De wetgever is daar duidelijk over. In artikel 165 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt vermeld dat het hebben van een geestelijke of lichamelijke tekortkoming geen beletsel is om een onrechtmatige daad aan die persoon toe te rekenen. Met andere woorden: de onwel geworden bestuurder is aansprakelijk voor de door de ander geleden schade.

Voor de volledigheid wordt nog toegevoegd dat wanneer een bestuurder vooraf op de hoogte is van zijn of haar aandoening en het gevaar dat deze met zich mee kan brengen in het verkeer, dan geldt dat artikel 165 boek 6 niet wordt ingeroepen. Dan wordt de aansprakelijkheid uitsluitend beoordeeld aan de hand van artikel 162 boek 6. Het feit dat je bewust het risico neemt om met een dergelijke aandoening achter het stuur te kruipen en anderen daarmee in gevaar te brengen, is op zich al onrechtmatig.

De stelling is een feit.

 

Auteur
Hans van der Wouden, Senior specialist verzekeringstechniek

auteur Hans_van_der_Wouden